The look and feel of Charles James

The ladies at the ball. Copyright Cecil Beaton
The ladies at the ball. Copyright Cecil Beaton

Dat ook New York couturehuizen had in de jaren twintig van vorige eeuw, zal niemand verbazen. Charles James was allicht de bekendste couturier van toen. Een man met stijl die zelfs in Parijs wist te scoren.

2 CharlesJames+ModelbyCecilBeaton 1948.jpg

Charles James aan het werk. Copyright Cecil Beaton

Nooit gehoord van Charles James? U bent niet de enige. Toch werden leven en werk van deze getalenteerde couturier een tijd geleden gevierd met een expo in New York. Charles James stierf in 1978 maar haalde nooit de legendarische status van leeftijdsgenoten als Coco Chanel of Elsa Schiaparelli, die hij trouwens heel graag kleedde. Hij kreeg in 1982 wel een overzichtsexpo in het Brooklyn Museum, maar verdween nadien in de vergetelheid. De reden? Moeilijk te verklaren. Het kan zeker niet aan de kracht en uitstraling van zijn werk gelegen hebben. Sir Hardy Amies, die jarenlang de kleren maakte voor de Britse koningin Elisabeth, noemde hem “de Pythagoras van de mode, de Michelangelo van de mode, de Einstein van de mode”, terwijl Christian Dior hem “het grootste talent van mijn generatie” noemde en Cristobal Balenciaga zijn werk een “pure kunstvorm” toedichtte. Misschien lag het aan de rusteloosheid van de man zelf, iets wat Evelyn Waugh in zijn dagboek ooit over zijn jeugdjaren schreef, en wat Amies later hertaalde naar ‘een moeilijk man’. Letterlijk: ‘Hij kon iemand haten en stond altijd klaar om te vechten’.

3 NancyJamesinSwanGownCecilBeaton1955.jpg

Nanacy James in Swan Gown. Copyright Cecil Beaton

Charles James, zoon van een Britse vader en steenrijke Amerikaanse moeder, opende tijdens het interbellum een salon op Bruton Street in New York, geholpen door niemand minder dan Cecil Beaton, die hem trouwens geregeld fotografeerde maar uiteindelijk ook met hem slaags geraakte. James verknalde het succes van de eerste jaren door zijn onmogelijke temperament: bepaalde vrouwen wees hij boudweg de deur omdat ze volgens hem niet elegant genoeg voor de dag kwamen. Aan één klant zou hij ooit gezegd hebben: ‘Ik kan onmogelijk iets voor u maken, u kan nauwelijks deftig stappen.’  Uiteindelijk kwam hij in geldnood te zitten en verhuisde naar Chicago, om er onder de naam Charles Boucheron hoeden te maken. Hij bespeelde er de beau monde van toen en haalde bekende klanten als Mona Bismarck, ‘Babe’ Paley, Millicent Rogers en Mrs Cornelius Vanderbilt Whitney binnen. Tot het einde van zijn leven spendeerden zij fortuinen in zijn couturesalon. Als het een referentie kan zijn: in de jaren vijftig kostte een baljurk van Charles James al 1.250 dollar. Omgerekend naar vandaag een goede 10.000 Dollar.

4 CharlesJamesButterflyGownCecilBeaton1954.jpg

The Butterfly Gown of Charles James. Copyright Cecil Beaton

Talent had hij in overvloed. Dat wisten vooral de dames die bij hem geregeld een jurk of een ensemble bestelden. Hij was een kei in snit en drapage, zijn werk oogde altijd fris en toch majestueus. Zijn klanten bleven terugkomen, ook al behandelde hij hen niet altijd zoals het hoorde: soms leverde hij zijn bestelling voor een feestjurk na het feest af, omdat de jurk niet klaar was of hij gewoon geen zin had gehad om een tandje bij te steken. Zijn temperament was blijkbaar legendarisch, net als het gat in zijn hand – zo eiste hij dat er dagelijks verse bloemen in zijn studio stonden en leefde hij in de beste hotels, mét room service welteverstaan.

5 AustineHearstCloverLeafGownca 1953.jpg

Austine Hearst in the Clover Leaf Dress of Charles James. Copyright Cecil Beaton

Omdat Charles James net zoals Azzedine Alaia niet geloofde in de cyclus van twee, laat staan vier, collecties per jaar, maakte hij op een tijdspanne van 45 jaar nauwelijks 1.000 kledingstukken. Een groot deel van zijn werk kwam uiteindelijk terecht in het Brooklyn Museum, waar ook Millicent Rogers haar garderobe aan doneerde, en is een tijd terug te zien geweest in The Costume Institute. We kunnen er iets van leren, zeker met de feesten in het vooruitzicht.

www.standaard.be